Fietsregels
Om op een verantwoorde manier in een groep te kunnen fietsen zijn er een aantal regels, afspraken en tekens / commando’s opgesteld.
- Er wordt altijd in clubkleding gereden.
- Iedereen houdt rekening met de anderen leden en iedereen helpt elkaar bij problemen onderweg.
- De dagtoerleiders begeleiden de route en geven de route aanwijzingen voor onderweg.
- In principe wordt de route afgelegd zoals deze vermeld staat op de toerkalender.
- De voorrijders bepalen het tempo volgens de afspraken van de groep en passen deze aan indien iemand niet kan volgen.
- Er wordt zoveel mogelijk geordend twee aan twee gefietst.
- Aan de kop wordt er elke kilometer gewisseld en wel rechts om met de wijzers van de klok mee.
- Aan kop wordt in principe max. 1 km gefietst en vervolgens doorgewisseld. Hierdoor rijd men Max. 2 km op kop!
- Na het aflossen niet te snel doortrekken en aaneengesloten blijven rijden.
- Na een bocht of oversteek niet aanzetten maar rustig vaart maken, denk aan de fietsers achterin de groep.
- Het dragen van een helm is verplicht. Zonder helm mag men NIET deelnemen, aan geen enkele rit.
Situatie
|
Commando en teken
|
Reactie
|
Links, rechts of rechtdoor
|
“LINKS” of “RECHTS” roepen en de desbetreffende arm uitsteken. Voor rechtdoor de arm schuin naar voren steken.
|
Iedereen gehoorzaamt deze commando’s en geeft deze door naar achter.
|
Er kan overgestoken worden
|
“VRIJ” roepen
|
Iedereen rijdt door en geeft dit commando door naar achter.
|
Er moet gestopt worden
|
“STOP” roepen en de arm recht omhoog en stopteken geven
|
Iedereen gehoorzaamt dit commando en geeft dit door.
|
Er komt een auto o.d. tegemoet gereden
|
“TEGEN” roepen
|
Iedereen let op en geeft dit commando door naar achter.
|
Er komt een auto o.d. van achter aangereden.
|
“ACHTER” roepen
|
Iedereen let op en geeft dit commando door naar voren.
|
Er staat een stilstaande auto o.i.d. en moet worden gepasseerd
|
“AUTO VOOR” roepen
|
Iedereen let op en geeft dit commando door naar achter.
|
Er bevind zich een opstakel op de weg (tak, paaltje, gat, sluisje )
|
“PAS OP” roepen en wijzen of met hand wapperen in richting van het obstakel
|
Iedereen let op en geeft dit commando door naar achter.
|
Er wordt LEK gereden of iemand heeft pech.
|
“LEK, LEK, LEK” roepen
|
Iedereen rijdt naar een veilige plek en stopt (b.v. een brede berm of een inrit ) aldaar wordt samen de pech verholpen.
|
Voor verschillende situaties zijn commando’s afgesproken, waarop op bepaalde manier gereageerd moet worden.
|